Kinderen leren lezen in het eerste leerjaar, maar eigenlijk begint het leesproces al veel eerder. Kinderen hebben voor het leesproces verschillende auditieve vaardigheden nodig. Dit start al op kleuterleeftijd. Door deze auditieve oefeningen te trainen, stimuleer je het fonologisch bewustzijn. Tijdens de auditieve oefeningen focussen we ons op discriminatie, identificatie, geheugen en analyse en synthese.

Discriminatie is het opmerken van verschillen tussen klanken/woorden/zinnen.
Identificatie is het identificeren van de verschillen tussen klanken/woorden/zinnen.
Geheugen is de mogelijkheid om klanken/woorden/zinnen op te slaan in het kortetermijngeheugen.
Analyse en synthese is de vaardigheid om wooren in letters of lettergrepen te splitsen en omgekeerd.

Bij kinderen van 3 jaar wordt aanvankelijk geoefend op het herkennen van geluiden en benoemen van deze geluiden. Denk maar aan dierengeluiden of emoties van mensen. Het geheugen van 3-jarige kinderen kan je trainen aan de hand van versjes of door (rijm)woorden na te zeggen.

Wanneer kinderen ouder worden train je de discriminatie door geluidverschillen (hoog-laag) te beluisteren. Kinderen horen het verschil tussen hoge, lage, korte of lange klanken. Dit kan geoefend worden met verschillende muziekinstrumenten. Het geheugen train je nu met langere versjes en het nazeggen van langere woordenreeksen. Analyse en synthese wordt geoefend door samengestelde woorden te maken. De begeleider zegt 2 woorden (vb. huis en deur) en het kind moet hier één woord van maken. Ook het herkennen van rijmwoorden is een belangrijke auditieve vaardigheid.

Kinderen uit de derde kleuterklas oefenen meer op het discrimineren van woorden. Zij kunnen korte en lange woorden onderscheiden, ongeacht de betekenis van het woord. Bijvoorbeeld: walvis en krokodil. Een walvis is langer dan een krokodil, maar het woord krokodil is langer. Zij kunnen woorden identificeren. Laat hen bijvoorbeeld in hun handen klappen telkens wanneer ze het woord ‘hond’ in een woordenrij horen. Dit bouw je dan verder op tot klanken. Klap in je handen telkens wanneer je de letter /a/ hoort in een letterrij. Het geheugen train je nu met meer en langere woorden. Alsook het begrijpend luisteren. Kinderen luisteren naar een kort verhaal en antwoord geven op enkele gerichte vragen. Vanaf de derde kleuterklas oefen je analyse en synthese met behulp van het klappen van lettergrepen. Je start met eenlettergrepige woorden en dit bouw je op tot meerlettergrepige woorden. Wanneer dit goed lukt, leren de kleuters het klappen van woorden in letters alsook het tellen van het aantal woorden in een zin. Omgekeerd wordt ook geoefend. Kleuters kunnen nu met woorden zelf een zin vormen, maar eveneens met letters zelf een woord maken. Ten slotte is rijmen een zeer belangrijke vaardigheid om tot lezen te komen. Zowel het nazeggen van rijmwoorden als het herkennen van rijmwoorden wordt getraind op woordniveau. Nadien worden rijmzinnen aangevuld en als laatste moeten kinderen zelf rijmwoorden verzinnen.

Weet je niet hoe te starten? Volg ons op sociale media en ontdek ons aanbod.